Stotteren is een vloeiendheidsprobleem. Naast stotteren worden ook 'broddelen' en 'spreekvrees' bij de vloeiendheidsstoornissen gerekend.
Stotteren is in feite een ongewilde verstoring in de vloeiende opeenvolging van de spraakklanken. De spreker (kind of volwassene) maakt daarbij onvrijwillige klank- of lettergreepherhalingen, verlengt klanken of komt vast te zitten (‘blokkeert') op klanken. Zo'n stottermomenten doen zich het vaakst voor aan het begin van zinnen en op beginklanken van woorden.
Omdat stotteren een ongewilde verstoring is, kan de betrokkene deze spraakverstoringen ook niet zomaar op en afzetten. Adviezen in die optiek zijn dan ook absoluut af te raden.
Weet je wat ik elke vrijdagavond doe
Dan gaan we met de auto weer naar Lucky toe
Ik stotter al van toen ik bijna 3 jaar was
Toen zat ik nog maar in de eerste kleuterklas
Refrein
De meeste mensen denken dat 't vervelend is
Maar wij weten wel beter want ze zijn toch lekker mis
We leren heel veel durven en we lachen ons een deuk
We lezen veel verhalen en dat vind ik wel heel leuk
Refrein
Geraak je in een stotter panikeer dan niet
Zelfs als je staat te kletsen met een leuke griet
Neem je tijd en doe gewoon je eigen ding
Al dacht je toch heel even dat het weer niet ging
Refrein
Refrein:
Wee wee wee wee weet je al dat stotteren echt mag
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat het mag de hele dag
Nee nee nee je hoeft niet bang te zijn